Evan Goldberg en Seth Rogen zullen bij
het maken van The Interview –waarin een aanslag op de Noord-Koreaanse dictator
Kim Jong-un centraal staat - nooit gedacht hebben dat hun werk tot zoveel
discussies zou leiden. Na dreigingen over aanslagen, besloot distributeur Sony Pictures
de film niet uit te brengen. Maatschappelijke kritiek plus de steun van de Art
House Convergence droegen er toe bij dat The Interview nu toch te bekijken is:
in ongeveer 300 filmhuizen, maar ook in eigen huis via online services.
“Elke
maatschappij die een stukje vrijheid opgeeft ten faveure van een beetje extra
veiligheid verdient beiden niet en zal ze allebei verliezen,” aldus Benjamin
Franklin in 1755. Volgens veel Amerikanen is de uitspraak van deze befaamde
politicus en wetenschapper treffend voor de reactie van Sony Pictures. Door de
film in eerste instantie niet uit te brengen, deed de maatschappij één van de
belangrijkste principes van de Amerikaanse grondwet tekort: Freedom of Speech
(vrijheid van meningsuiting) is van groot belang in de Verenigde Staten. Door
de aanhoudende kritiek was The Interview alsnog voor het publiek te zien en
werd het bioscoopbezoek een uiting van Amerikaans patriottisme en de film zelf
een symbool van vrijheid van meningsuiting.
Vrijheid van meningsuiting
“Er is niemand
die mij vertelt wat ik wel of niet mag kijken; zelfs een dictator niet,” aldus
een opstandige bezoeker van de film. “Ik ben eigenlijk geen liefhebber van
simpele komedies, maar deze film staat inmiddels voor zoveel meer. Door toch te
gaan, steun ik de makers en onze vrijheid van meningsuiting.” Anderen zeiden:
“We komen niet naar de bioscoop om een film te bekijken, maar om een boodschap
duidelijk te maken. Het is de meest Amerikaanse houding die we aan kunnen
nemen: opkomen voor onze grondwet. Uiteindelijk gaat het niet om deze komedie
zelf, maar wel waar deze film inmiddels voor staat.” Vanzelfsprekend heeft ook
de vele aandacht in de pers er toe bijgedragen dat iedereen The Interview wilde
zien. Ook president Obama liet vanaf zijn vakantieadres in Hawaï weten blij te
zijn dat The Interview dan toch te zien is. De kritiek vanuit de filmbranche is
duidelijk: Sony Pictures zal de komende maanden en misschien wel jaren flink
wat schade moeten herstellen.
Filmhuizen
Een brief van de
Art House Convergence (de overkoepelende organisatie van Amerikaanse
filmhuizen) besloot naar aanleiding van alle kritiek een brief naar Sony
Pictures te sturen, met het voorstel de film toch uit te brengen. “We leefden
mee met de problematiek waarmee deze distributeur te maken kreeg,” aldus Russ
Collins, directeur van Art House Convergence. “Hun netwerk was gehackt; ze
konden geen email of telefoon gebruiken. Vervolgens krijgen ze zoveel kritiek.
Als aaneengesloten filmhuizen wilden wij onze steun betuigen en deden het
voorstel om The Interview bij ons te laten zien. Sony was direct enthousiast.”
Dat deze komedie eigenlijk niet echt geschikt is voor publiek van filmhuizen,
weet Collins simpel te weerleggen. “Als Arthouse laten wij een enorme
diversiteit zien: documentaires, films in andere talen, klassiekers, maar ook
werk waar artistieke vrijheid van belang is: dus ook de vrijheid van
meningsuiting. The Interview is een Freedom
of speech issue geworden en past dus prima in de richtlijnen die wij
hanteren. En ik moet ook eerlijk bekennen dat dit voor onze leden een ideale
kans is om veel bezoekers naar de zalen te trekken. Daarin zijn we geslaagd. In
de eerste dagen na de release hebben al meer dan één miljoen mensen de film
gezien.
Dreiging
De aangesloten
filmhuizen hebben vanzelfsprekend wel extra veiligheidsmaatregelen genomen, al
waren deze niet heel drastisch. Collins: “Alle filmhuizen hebben hierover
uitgebreid met de plaatselijke verantwoordelijken gesproken. Vanzelfsprekend is
voor de release ook door deskundigen onderzoek gedaan of er sprake was van een
bepaalde dreiging. Dit bleek niet het geval te zijn. Ik heb zelf nog de
afdeling Koreaanse studies op de Universiteit van Michigan om hulp gevraagd.
Ook zij hebben in de dagen rondom de première gelet op eventueel afwijkend
gedrag bij studenten.” Een opvallend, bijkomend succesje: ook in China is The
Interview een groot succes.
Nieuw business model
Behalve in de
filmhuizen, is het voor Amerikanen ook mogelijk om deze film thuis te bekijken.
Dat werd een nog groter succes. Dan lijkt er sprake van een opvallend
neveneffect. Zorgt The Interview dan namelijk tevens voor een nieuw business
model? Een aanpak waarbij filmmaatschappijen in de toekomst hun werk
tegelijkertijd in de bioscoop als online aanbieden. De consument lijkt er klaar
voor. Tot nu toe gebeurde dit nauwelijks. In de eerste vier dagen na de online
première leverde dit al 15 miljoen dollar op. Een mooi bedrag, maar toch blijft
dit een schijntje van de gage die films in de bioscoop in het laatje brengen.
The Interview lijkt door alle aandacht een succes; de waarheid is dat de film
toch in ‘slechts’ 300 filmhuizen in de US is te bekijken en niet 3.000 grote
theaters. Bovendien zorgt het online aanbieden voor een minpuntje want
inmiddels hebben al ruim 2 miljoen mensen de film illegaal gedownload.
Reacties
Nu de film
ondanks de dreiging toch op de markt is gebracht, komen er vanzelfsprekend
allerlei vragen. Hoe zal Noord-Korea reageren? Komen er nog meer cyber-attacks?
Waren zij echt verantwoordelijk voor de hack? Krijgt het land nog steun van
Rusland? De eerste reacties vanuit Pyongyang waren zoals te verwachten niet
lovend. De Noord-Koreanen vergeleken Obama met een aap uit een tropisch oerwoud.
Voor Washington was duidelijk dat de dictatuur er op uit was om een reactie van
hetzelfde kaliber terug te verwachten. Dat deden de Amerikanen niet. Obama zelf
duidelijk: “Die hack was geen vorm van terrorisme, maar van vandalisme. Wij
hebben geen enkel moment overwogen om het veiligheidsniveau in het land te
verhogen.
Hacken
Wat weten wij
als leken nu echt van cyber-attacks en hacken? Het antwoord is simpel: weinig;
bijzonder weinig. Volgens deskundigen zien en horen de gewone burgers alleen
over het topje van de ijsberg. Er is zoveel meer. Zelfs bedrijven die van de
hoed en de rand dienen te weten, zijn vaak slecht geïnformeerd. Er zijn volgens
diezelfde deskundigen dan ook twee soorten bedrijven in de V.S. Zij die weten
dat ze gehackt worden door andere landen en zij die niet weten dat ze gehackt
worden. Het is belangrijk dat instituten als de FBI en NSA nog meer de aandacht
richten op landen als Noord-Korea. De massale belangstelling voor de discussie
rondom The Interview leidt dan ook alleen maar de aandacht af van het ware
probleem: het hacken en de cyber aanvallen. Jaarlijks kost deze nieuwe vorm van
criminaliteit de maatschappij 575 miljard!
Inmiddels heeft Washington gereageerd. Er zijn diverse economische sancties aan bedrijven, overheidsinstellingen en particulieren opgelegd. Niet dat deze partijen verantwoordelijk waren voor de hack bij Sony Pictures; maar ze zijn wel van voldoende belang en kunnen invloed plus druk uitoefenen op de besluiten die Kim Jong-un neemt. Een aantal dagen geleden twijfelden een aantal deskundigen in de V.S. nog of de hack ook echt door Noord-Korea was uitgevoerd. De Amerikaanse regering laat inmiddels weten zeker van hun zaak te zijn: “Wij hebben toegang tot informatie die vele anderen niet hebben. Geloof ons maar: het was Noord-Korea.” Voor Obama alle redenen om de sancties goed te keuren. Ondertussen gaat de FBI gewoon door met hun onderzoek.
Rob Buchholz
Geen opmerkingen:
Een reactie posten